Het is al weer 25 jaar geleden dat wij besloten de stichting Hulp aan Nubra op te richten. Wat was de reden om dit te doen? Het kan een lang verhaal worden maar ik zal proberen om het kort te houden.

Als jongen van zestien jaar las ik het boek: ‘Zeven jaar in Tibet’ van Heinrich Harrer uit mijn vaders boekenkast. Ik heb het verslonden en geïnspireerd door het boeddhistische volk droomde ik er van om er ooit heen te reizen. Omdat Tibet na de annexatie door China voor westerse toeristen niet toegankelijk was, besloten Mariëlla en ik een boeddhistische streek in het noorden van India te bezoeken. Het werd Ladakh, een gebied op de grens met Tibet en sinds 1974 geopend voor buitenlandse toeristen.

In dit deel van de Himalaya leeft een overwegend boeddhistische bevolking in volle vrijheid om hun geloof te belijden en de eeuwenoude tradities in stand te houden. Hier is de boeddhistische cultuur nog volop aanwezig. Vanaf 1976 hebben we Ladakh vele malen bezocht voor het maken van lange trektochten met de tent en de rugzak. Altijd begeleidt door twee of drie paarden voor de zware bagage zoals eten en brandstof. De vrijheid, de overweldigende natuur en de zeer gastvrije bevolking hebben ons vele jaren onvergetelijke trektochten bezorgd.

Op een gegeven moment vroeg een Indiase vriend ons of wij het interessant vonden om een Tibetaanse arts (in het toen nog afgesloten Nubra) te ontmoeten en te bekijken hoe hij zijn werk als Amchi in de Tibetaanse geneeswijze uitoefende. Het was voor ons een uitgelezen kans om via deze arts nog meer in contact met de lokale bevolking te komen.

Eén jaar later besloten we op de uitnodiging in te gaan en na acht dagen lopen via de Wuri La (een bergpas van 5100 meter) bereikten we het Nubra dal. Na de kennismaking met de arts Rigzin Tondup gingen we op pad om in de dorpen in de omgeving van Sumoor de patiënten te bezoeken.

Lopend van dorp naar dorp bezochten we de patiënten die zich in één van de dorpshuizen hadden verzameld. Nadat Rigzin een patiënt had geconsulteerd en zijn diagnose had gesteld kreeg de patiënt de medicijnen voorgeschreven. Dit alles volgens de Sowa Rigpa, een traditionele Tibetaanse geneeswijze (de medicijnen zijn gemaakt van kruiden, planten en mineralen). Als dank voor zijn diensten kreeg Rigzin vaak wat meel, fruit of eieren. Op dat moment werd het ons ook duidelijk dat er soms in de dorpen een medische post was met soms een dokter voor een paar dagen maar meestal onbemand.

Geraakt door deze manier van gezondheidszorg besloten we, eenmaal terug in Nederland om dokter Rigzin Tondup financieel te ondersteunen om de gezondheidszorg in zijn geboortestreek vorm te geven. Door middel van deze hulp waren wij immers in staat om de plaatselijke bevolking in dit afgelegen, en moeilijk bereikbare gebied te helpen.

2000

In 2000 heeft Rigzin de Lharje Sorig Foundation opgericht. Met de financiële steun van de stichting Hulp aan Nubra is gestart met de aanschaf van een ambulance jeep, waardoor het werk gebied van dokter Rigzin kon worden uitgebreid over heel Nubra en andere delen van Ladakh. Meer dorpen konden worden bezocht en ernstig zieke patiënten en spoedgevallen konden met de ambulance jeep naar het Sonam Norbu ziekenhuis in Leh worden gebracht. De ambulance jeep die vanwege de slechte wegen en het vaak moeilijk berijdbare terrein een levensduur heeft van ongeveer vijf jaar, is inmiddels al vier keer vervangen.

2005

In 2005 is in Sumoor Nubra een medisch centrum gebouwd waar tot op heden dagelijks ongeveer 10 tot 15 patiënten medische zorg ontvangen. Een stuk grond aan de rivier werd gecultiveerd tot kruidentuin waar medicinale planten en kruiden groeien voor de productie van medicijnen. Nog steeds gaat Rigzin jaarlijks met twee assistenten voor drie dagen de bergen in om deze kruidenplanten te oogsten die niet in de kruidentuin groeien maar alleen op grote hoogte tussen 4800- en 5200 meter. In drie dagen tijd wordt er dan na drogen gemiddeld 120 kilo geoogst. Met een vrachtwagen worden deze kruiden naar de Men-tse-khang in Dharamsala gebracht om verwerkt te worden tot medicijnen voor de Tibetaanse geneeswijze (Sowa Rigpa).

2007

In 2007 werd gestart met de organisatie van ‘Free Medical Camps’. Dit zijn twee- tot driedaagse medische kampen in dorpen en gehuchten in vaak afgelegen en moeilijk bereikbare gebieden. Op deze plaatsen is nauwelijks of geen gezondheidszorg aanwezig. Tot op heden zijn er 38 van dit soort medische kampen georganiseerd. Soms in samenwerking met artsen uit het ziekenhuis in Leh, of met het National Institute of Sowa Rigpa Gouvernement of India. (Het instituut van Amchi’s of dokters in de Tibetaanse geneeswijze). Tandartsen en oogartsen hebben ook bijgedragen om deze medische kampen tot een succes te maken. Duizenden zonnebrillen zijn tijdens deze kampen uitgedeeld onder de patiënten. Ieder medisch kamp wordt door gemiddeld 250 patiënten bezocht en de afgelopen 15 jaar zijn duizenden patiënten genezen van verschillende ziekten.

Het nut van de organisatie van deze medische kampen is hiermee bewezen en zal de komende jaren worden voortgezet. De financiering van de bouw van een medisch centrum in Sumoor werd bijeen gebracht door de vele donateurs, de Wilde Ganzen en de stichting Castricum helpt Muttathara (een stichting die ons vanaf de start tot heden nog steeds steunt om projecten te financieren). De kruidenplantage kwam tot stand na ondersteuning van de Wilde Ganzen en samenwerking met NCDO. De waterpomp werd geslagen na een bijdrage van de Rotary Velsen.

Het afgelopen jaar is de renovatie van het medisch centrum afgerond en staat het gebouw er zowel binnen als buiten weer stralend bij.

Wij zijn dankbaar voor uw financiële steun die ervoor zorgt dat wij de medische hulp aan de bevolking van Nubra al 25 jaar geven en ons in staat stelt dit nog de komende jaren voort te zetten.

Als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) staat de stichting Hulp aan Nubra met fiscaal nummer: 809351912 geregistreerd bij de belastingdienst. Hierdoor is uw gift of donatie aan de stichting Hulp aan Nubra aftrekbaar bij uw inkomstenbelasting.